24 april 2020

Ode aan het alledaagse ommetje

Een mooi artikel in de Volkskrant van vandaag over het alledaagse ommetje #rondjelopen



We mijden het openbaar vervoer en zitten veel minder in de auto. Maar we maken opeens veel meer ommetjes. Corona maakt onze wereld kleiner, maar de buurt des te groter.


Al weken moeten de Italianen het stellen zonder hun passeggiata, de avondwandeling kort voor of na het eten. Flaneren door de stad, keuvelen met buren en bekenden, zien en gezien worden: doorgaans is de passeggiata goed voor de spijsvertering en het geestelijk welzijn, maar nu is het verboden vanwege de strenge lockdown.
Intussen wint de Nederlandse variant op de passeggiata snel aan populariteit: het ommetje. Onze wereld is door de corona-uitbraak een stuk kleiner geworden, maar onze buurt wordt er juist groter van. Vertrek- en eindpunt van het blokje om: de eigen voordeur.
Het aandeel mensen dat op een gemiddelde dag helemaal niet naar buiten gaat, is toegenomen van ongeveer 20 procent naar de helft. Wie dat wel doet, gaat relatief vaak een rondje wandelen, fietsen of de hond uitlaten. In mobiliteitsjargon: rondeverplaatsingen.

Massaal thuiswerken

Ze maakten tot voor kort slechts een fractie uit van alle kilometers die we in een week afleggen. Dat aandeel is gestegen doordat we massaal thuiswerken, het openbaar vervoer mijden en minder auto rijden. Absoluut gezien is het aantal rondeverplaatsingen met ruim 70 procent gestegen, zo valt op te maken uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Er is een sterke stijging in de gemiddelde afstand die we per verplaatsing lopen (van 1,2 naar 2,2 kilometer) en fietsen (van 3,3 naar 4,3 kilometer).
Het KiM, dat zich baseert op een eigen representatief panel, bevestigt het beeld van het Nederlands Verplaatsingspanel. Dat zijn vijfduizend mensen die via een telefoonapp al hun bewegingen geanonimiseerd doorgeven. Ook zij gaan amper nog de stad in of op familiebezoek, maar gaan wel twee keer vaker een blokje om.
Een ommetje, hoe alledaags kan het zijn? Niet eerst met de auto naar een natuurgebied of het strand, waar de parkeerplaatsen uit voorzorg voor de drukte zijn afgesloten. Gewoon de eerste straat links, dan rechts en verder maar zien waar je uitkomt. Geen doel, geen haast.

Geen vast tijdstip

De Hollandse passeggiata is niet gebonden aan een vast tijdstip. De een maakt een ommetje ter vervanging van het woon-werkverkeer − een kwartiertje tussen ontbijttafel en thuiswerkplek. De ander haalt een frisse neus tussen twee videovergaderingen. Een volgende tussen de soep en de aardappelen.
De eigen wijk is vertrouwd, en voelt toch net even anders dan anders. We vergapen ons aan een weelderige voortuin, de bloeiende blauwe regen, een nogal onlogisch geplaatste lantaarnpaal. We horen vogels die anders worden overstemd door auto’s. We vragen ons af of we die mooie erker en die bloesemboom eerder hadden gezien. We neuzen in boekenruilkasten, flirten met de lapjeskat van twee straten verderop, kijken door ramen naar knuffels van de #berenjacht en op de stoep naar de krijttekeningen.
Nu er in de stad geen menigtes zijn om de aandacht af te leiden, dringen vooral de gebouwen zich op. Een pannendak dat gracieus om een raampartij heen golft, de Rietveldkleuren op een garagedeur, het aandoenlijk knullige lettertype op de deur van de buurtwinkel, de weldadige symmetrie van de trappenhuizen aan de overkant – het was er allemaal wel, maar je zag het nooit.

Gekwetter

De omstandigheden helpen een handje mee natuurlijk. ’s Ochtends vroeg is het gefluit en gekwetter van de vogels – ongehinderd door vliegtuiglawaai en straatgeluiden – een passende soundtrack, de zon voorziet de gevels van een ravissante belichting. Hoeveel onverdraaglijker zou de ‘intelligente lockdown’ zijn geweest als we al wekenlang werden geteisterd door zware bewolking, periodes met regen en een middagtemperatuur van 8 graden? 
Het lijkt zo triviaal, een ommetje in coronatijd. Maar vergelijk het eens met Frankrijk, waar iedereen een briefje moet uitprinten om aan te geven waarom je buitenshuis bent – wandelen mag, maar alleen binnen een straal van 1 kilometer van huis. De boete van 135 euro is niet mals.
Natuurlijk heeft ook het oer-Hollandse blokje om zijn beperkingen. ‘Wil je lekker naar buiten? Een ommetje maken, een frisse neus halen, hardlopen of fietsen; dat kan natuurlijk’, twitterde bijvoorbeeld de gemeente Leiden. ‘Maar doe dit alleen en vermijd drukke plekken. Blijf in de buurt en keer om als het te druk is.’
Helemaal onbekommerd is een blokje om dus niet in de anderhalvemetersamenleving. Gelukkig weten we in onze eigen buurt precies welke straten rustiger zijn dan andere. En dat zijn de straten die we tot voor kort zelf ook zelden insloegen.
Is dit een tijdelijk fenomeen of is het ommetje een blijvertje als we overgaan naar ‘het nieuwe normaal’? Volgens het KiM verwacht 80 procent van de mensen dat we ons in de toekomst niet anders gaan verplaatsen dan voor de coronacrisis. Wel denkt 20 procent na de coronacrisis vaker te gaan lopen en fietsen dan voorheen. Onder 65-plussers is dat zelfs een kwart.
Hopelijk krijgen de Italianen binnenkort weer uitzicht op hun passeggiata en kunnen de Fransen zonder speciaal formulier hun promenade maken. En wellicht blijven ook wij na de intelligente lockdown ons ommetje koesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten